WOSwijs blog februari 2019 | redacteur: Anne Riemke Prins | lay out: Sandra Ott



Vlieger aan het woord

Een interview met Captain in opleiding Wido de Wilde



“Van de projectcoördinatoren is maar 20% werkzaam in de cockpit. De rest van de 50 pc’ers is cabinepersoneel. Onder de overige medewerkers van WoS is het aantal grondmedewerkers groeiende"


Wido de Wilde (First Officer, Pool Pilot B777/787) is een van de weinige cockpitcollega’s die actief is binnen Wings of Support (WoS). Als projectcoördinator managed hij projecten in Kaapstad en Lima. Van de pc’ ers is maar 20% werkzaam in de cockpit. De rest van de 50 pc’ ers werkt in de cabine. Waarom is deze verdeling zo scheef? En leeft Wings Of Support wel in onze stuurhutten? Wij vroegen het Wido en zijn benieuwd waarom hij zich inzet.


Wido, waarom is de verdeling cockpit/cabine zo scheef binnen Wings of Support?

“Dit is een interessante vraag. Collega’s vinden het altijd leuk en goed dat ik dit werk doe. Maar als ik dan probeer te vissen of er meer interesse is, blijft het vaak stil. Het blijft bij de meeste collega’s bij ‘ik zou daar ook eens iets mee moeten doen’. Het is niet dat de cabinecollega’s meer ‘doeners’ zijn dan vliegers. Piloten doen namelijk heel veel, maar zijn vooral bezig met hun eigen hobby’s, of zetten zich in voor de sportclub, vereniging of school in Nederland. Wellicht dat cabinecollega’s een groter empatisch vermogen hebben en zich daardoor sneller betrokken voelen bij de stichting. Ik moet overigens zeggen dat de meeste piloten die dit werk doen vrouw zijn. Dat vind ik ook opvallend.”

Wat maakt jou geschikt voor dit werk?

“Mijn kracht ligt vooral aan de zakelijke kant. Mijn ervaring uit diverse nevenfuncties waarbij projectmatig werken centraal staat, kan ik inzetten voor WoS. Veel van mijn werkzaamheden betreft projectmanagement. En de projecten van WoS zijn niets anders. Dat vind ik ook zo leuk aan Wings of Support. Iedereen heeft talenten en voor elk talent is wel een passende functie te vinden. Mijn kracht ligt dan bij het managen van duurzame projecten op lange termijn, een ander kan goed verhalen schrijven en een derde persoon kan weer goed organiseren.”


“Ik hoef geen hongerige peuters te zien in een armetierig krot om de motivatie te vinden iets bij te dragen aan de maatschappij”


Wat maakt het werk voor WoS voor jou interessant?

“Ontwikkelingssamenwerking is een enorm complex werkveld. Het gaat gepaard met veel (ethische) dilemma’s. Waarom zou je bijvoorbeeld het ene klasje wel helpen en de andere kinderen niet? Waarom zou je een school gaan bouwen die eigenlijk door de eigen overheid gebouwd zou moeten worden. Of de recente discussie over weeshuizen. Er zijn blijkbaar veel weeshuizen waar fraude wordt gepleegd. Moeten we daarom alle hulp aan weeshuizen acuut stopzetten? Dus naast dat het werk veel voldoening geeft, zijn het ook nog eens ontzettend interessante vraagstukken.”

Waar haal jij je motivatie vandaan?

"Ik hoef geen hongerige peuters te zien in een armetierig krot om motivatie te vinden iets bij te dragen aan de maatschappij. Ik haal mijn motivatie vooral uit projecten gericht op duurzame ontwikkeling. Ik ben verbonden aan drie organisaties (twee in Kaapstad en één in Lima). Bij de organisaties SEAP gaan de projecten over bijles en zomerschool. En bij organisatie PSP investeren we vooral in de docenten die in townships werken. Bijvoorbeeld via een ‘teachSmart handboek’ en een teacher mentorship program."

“Ik heb net mijn laatste reis gemaakt op de triple, dus voorlopig kom ik niet meer in Kaapstad. Ik zou het gaaf vinden als er een (cockpit)collega is die de projecten over kan nemen.”


Waarom is het onderwijzen van docenten zo nodig in Zuid-Afrika?

“Je zou het niet verwachten als je een 5- daagse omloop Kaapstad hebt en een tourtje doet langs mooie wijnhuizen, maar Zuid-Afrika heeft het op één na slechtste schoolsysteem ter wereld. Iedereen kan in Zuid-Afrika naar school, een staatsschool, maar de kwaliteit is slecht. Dat komt onder ander door de docenten. Docenten uit de townships houden het werk niet vol omdat de toekomst van de kinderen té uitzichtloos is. De docenten beschikken absoluut niet over de juiste middelen om hiermee om te gaan. Het is zelfs zo erg dat de docenten zelf nauwelijks kunnen rekenen. Dit komt omdat men de gekleurde bevolking, tijdens de apartheid, niet leerde rekenen. Er zijn in de lokale talen niet eens woorden om normaal te kunnen rekenen.”

Wat wil je je collega’s nog meegeven?

“Ik zou graag zien dat WoS vaker ter sprake komt en dat mag van mij best vanuit KLM zelf komen. Ik begreep dat WoS wordt genoemd bij de aanvang van de KLM training, maar dan zitten onze hoofden zo vol met procedures dat dat er even niet bij kan. Wellicht is een ander moment geschikter. Ik heb net mijn laatste reis gemaakt op de triple, dus voorlopig zal ik niet meer in Kaapstad komen. Ik zou het gaaf vinden als er een (cockpit)collega is die de projecten over kan nemen.”


Heb je interesse om projectcoördinator te worden of wil je meer informatie?