Terug in de tijd: column de Telegraaf uit 2013
Niets blijft aan de strijkstok hangen
Enkele jaren geleden bezocht ik samen met een KRO-televisieteam het West-Afrikaanse land Benin. Dat heette in de 17e eeuw het Koninkrijk Dahomey. Het was zeer welvarend, vooral door de handel in zwarte slaven, die de inwoners van Dahomey zelf buitmaakten en dan verkochten aan Europeanen. Vooral aan Portugezen en Nederlanders. Het land was aan zee gelegen en de kust was dan ook eeuwenlang bekend onder de naam ’slavenkust’ . Altijd aardig om te weten bij huidige discussies over slavernij. De zwarte slaven werden door even zwarte Afrikanen overvallen, gevangengenomen, mishandeld en verkocht.
In 1899 werd het land een Franse kolonie onder de naam Frans-West-Afrika. De voertaal is er nog steeds Frans. Benin werd in 1960 onafhankelijk en zoals veelal gebruikelijk geplaagd door etnische conflicten. Het werd een arm land. En Nederland stuurde geld als ontwikkelingshulp. Wij gingen kijken wat er met het geld gedaan was. We hebben het nooit kunnen ontdekken. Wel ontmoetten wij dappere zwarte dokters en verpleegkundigen die onder erbarmelijke omstandigheden de genees-, heelen verloskunde uitoefenden. Vaak in geïmproviseerde ziekenhuisjes, gebouwd van planken en golfplaten verrichtten ze er medische wonderen. Maar hadden nooit één cent ontwikkelingshulp gezien. Een groot deel van dat geld verdween in de zakken van sociale machthebbers en maffiosi, evenals de per schip gestuurde hulpgoederen. Het plaatselijke leger was echter uitstekend gekleed, gehuisvest en bewapend.
Al jarenlang is er een groep Nederlanders die zulke misstanden regelmatig te zien krijgt. Dat is het vliegend personeel van onze luchtvaartmaatschappijen, vooral de KLM en Martinair. Na een lange vlucht verblijven de bemanningen soms voor enkele dagen in een luxehotel met zwembad. Sommige vliegers en cabinepersoneelsleden gingen echter de omgeving bekijken en troffen dan sociale en medische wantoestanden aan.
Contrast
Doodzieke kleuters, geen medische hulp, slechte behuizing, geen waterleiding en riolering, slecht of geen onderwijs en veel totaal verweesde kinderen. Die vormden een schril contrast met onze westerse luxe, onze verzorgingsstaat en de moderne westerse mogelijkheden, waaronder het huidige luchtverkeer. Dat laatste zorgde ervoor dat een plaats als bijvoorbeeld Nairobi thans qua reistijd even ver van Amsterdam ligt als Almelo in de 18e eeuw.
De KLM-gezagvoerder Marius den Dulk, die de hele wereld heeft bereisd (eerst als stuurman op de grote vaart en later als verkeersvlieger), werd getroffen door de sociale ellende die hij op zijn verre reizen onder ogen kreeg. Deze week precies 15 jaar geleden, richtte hij een stichting op met de naam ’Wings of Support’ (WOS) (Helpende Vleugels). Die stichting bestaat zoals de naam al zegt primair uit vliegend personeel dat geheel vrijwillig en op eigen kosten humanitair werk verricht in de vele plaatsen die de luchtvaart aandoet.
Die stichting biedt financiële steun, maar ook praktische hulp op het gebied van onderwijs, onderdak en medische hulp, vooral aan kinderen die slachtoffer zijn van vaak mensonterende omstandigheden. Naast andere ideële stichtingen, zoals bijvoorbeeld Wilde Ganzen en Terre des Hommes, staat belangeloosheid voorop. De gelden worden door het KLM- en Martinair-personeel via maandelijkse bijdragen verkregen. Maar ook nietvliegende weldoeners zijn van harte welkom om donateur te worden. Wings of Support wordt geleid door een vijfkoppig bestuur, dat geen enkele vergoeding ontvangt. De onkosten zijn daardoor minimaal. Vorig jaar (2012) werd door het volledige bestuur slechts voor 120 euro aan kosten gedeclareerd.
Efficiënt
In totaal wordt van alle inkomsten 96 procent besteed aan sociale projecten en slechts 4 procent (!!) aan onvermijdelijke notaris-, accountants- en administratiekosten. Er is geen enkele overheidsinstantie die zo efficiënt met ingezamelde gelden omgaat. Het Centraal Bureau Fondsenverwerving (CBF) stelde zelfs dat onkosten voor grote humanitaire projecten hoogstens 25 procent van het totale bedrag mogen zijn. Wings of Support zit daar met haar 4 procent nog vér onder. Er zijn tot nu toe 750 projecten afgerond in 40 landen. Alleen al in 2012 werden er 66 projecten verwezenlijkt in vijftien verschillende landen, variërend van Afrika, Indonesië, Zuid-Amerika tot Azië.
Daarnaast zijn er ook KLM- en Martinair-mensen die hoogstpersoonlijk aan projecten werken als constructeur, timmerman of metselaar. Er wordt ook veel gedaan aan het inzamelen van zogenaamde ’goodies’, dat zijn zaken als speelgoed, poppen, schoolschriften, pennen, schoolboeken, verbandmiddelen, kleding, schoenen enz. Die worden door het vliegend personeel als vrijwilligers vervoerd vanaf Schiphol. In totaal heeft Wings of Support thans 870 vrijwilligers die naast hun reguliere werk op incidentele basis helpen. Iedereen kan zich in principe daarvoor via de WOS-website opgeven.
Kolonialisme
In schril contrast hiermee staat de ontwikkelingshulp van onze overheid, die alleen al 5 miljard euro per jaar bedraagt en waarvan een aanzienlijk deel aan salarissen en organisatiegelden wordt besteed. We hebben nu al in de laatste 25 jaar plusminus 125 miljard euro in de bodemloze ontwikkelingsput gestort. En niemand in Nederland weet waar al dat geld gebleven is. Controleren mag niet, want dat zou lijken op kolonialisme en dat is, volgens onze uiterst softe politici, dus per definitie niet politiek correct.
Met die 125 miljard zou men een miljoen scholen kunnen bouwen of 30 miljoen huizen voor daklozen. Of 16 miljoen waterputten slaan. Maar dat is allemaal niet gebeurd. Wel zijn er bijvoorbeeld veel lokale machthebbers die eigen vliegtuigen bezitten om kostbare dranken en spijzen uit West-Europa in te vliegen. En hun krijgsmacht is uitstekend bewapend. Daarom heb ik meer vertrouwen in Wings of Support, ING-banknummer 8127072, of www.wingsofsupport.org. Postadres: Wings of Support, SPL/NK PB 77001117 ZL Schiphol. Daar blijft niets aan de strijkstok hangen.
Prof.Smalhout
